Hij sloeg de plank [paal] mis.
Hij had het verkeerd.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met paal
Dat is absoluut zeker.
Hij is bankroet gegaan.
Hij is er niet zo goed vanaf gekomen.
Hij is een stijve hark.
Hij komt niet op tijd.
Spreekwoorden met mis
Hij wijzigt zijn standpunt als hem dat goed uitkomt.
Dat duurt behoorlijk lang.
Zo zit dat in elkaar.
Dat is niet zomaar iets dat is heel goed.
Hij verandert van partij omdat hij bij de ander meer voordeel kan behalen.
Spreekwoorden met sloeg
Als je teveel haast hebt lukt het niet.
Dat was een grote onaangename verassing.
Hij werd heel bang.
Hij pleegde zelfmoord.
Hij stond voor schut door een hele domme fout.