Hij is tegen de paal gelopen.
Hij is er niet zo goed vanaf gekomen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat is mij tegen de boeg.
- Dat stuit mij tegen de borst.
- Ergens een dam tegen opwerpen.
- Dat deed hij tegen wil en dank.
- Tegen de dood is geen kruid gewassen.
- Tegen de draad ingaan.
- Hij grijnst als de drommel tegen de dageraad.
- Hij grijnst als de Duivel tegen het morgenrood.
- De Duivel vergeet geen stoot tegen zijn bokkepoot.
- Tegen elf ogen dobbelen.
- Hij gooit zijn gat [kont] tegen de kribbe.
- Hij is tegen de goesting getrouwd.
- Tegen een heilig huisje schoppen.
- Zich ergens tegen kanten.
- Tegen iemands kar rijden.
- Tegen de keer [stroom] ingaan.
- Tegen de klippen op.
- Hij loopt met zijn kop [hoofd] tegen de muur.
- Hij is tegen de lamp gelopen.
- Een bekende tegen het lijf lopen.
- Een lui man ziet op tegen werken.
- Tegen een oven kan men niet gapen.
- Zij is een remedie tegen de liefde.
- Tegen moeten is geen respijt.
- Hij staat met zijn rug tegen de muur.
- Tegen de tand des tijds is niets bestand.
- Het zit hem erg tegen.
- Hij vecht tegen zijn eigen schaduw.
- Hij groeit tegen de verdrukking in.
- De verzenen tegen de prikkels slaan.
- Een vrouw valt in het huwelijk vaak tegen.
- Tegen de wereld slaan.
- Tegen de wieg stoten.
- Die tegen de wind spuwt maakt zijn baard vuil.
- Tegen wind en stroom is het kwaad roeien.
- Hij vecht tegen windmolens.
- Hij is in de fuik gelopen.
- Hij is in een hinderlaag gelopen.
- Het is in de soep gelopen.
- Dat is vlot van stapel gelopen.
- Hij heeft de paal door de oven gewerkt.
- Hij komt met de paal als het brood al in de oven is.
- Voor paal [schut] staan.
- Dat staat als een paal boven water.
- Paal en perk stellen.
- Hij sloeg de plank [paal] mis.
- Hij is zo stijf als een paal.