Spreekwoorden op trefwoord arbeid
Na gedane arbeid [werk] is het goed rusten.
Als het werk klaar is geniet je meer van een welverdiende rust.
Arbeid adelt.
Door hard te werken verdien je je geld.
Arbeid is voor de dommen.
Met zwaar lichamelijk werk bereik je niet veel in deze wereld.
Arbeid zonder verstand is schade voor het land.
Doe het werk in overleg anders zou het wel eens verkeerd kunnen gaan.
Geld verzoet de arbeid.
Als er maar voldoende geld tegenover staat worden zelfs de meest vervelende klus aangenaam.
Het loon verzoet de arbeid.
Een goede beloning maakt vervelend werk draagbaar.
Luiheid verarmt arbeid verwarmt.
Als je niet wilt werken word je op den duur arm.