Dat is dubbel en dik.
Dat is meer dan voldoende.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij heeft de boter en de kaas te dik gesneden.
- Dat ligt er duimen dik bovenop.
- Hij zit er dik in.
- Hij is zo dik als een pad.
- Van dik hout zaagt men planken.
- Sneeuw op slik na drie dagen dik.
- Een dames dubbel.
- Hij ligt dubbel van het lachen.
- Hij ziet dubbel.
- Met dubbel krijt schrijven.
- God geeft het dubbel weer als men goed doet.
- Wie spoedig geeft geeft dubbel.