Hij is zo dik als een pad.
Hij heeft teveel gedronken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij heeft de boter en de kaas te dik gesneden.
- Dat ligt er duimen dik bovenop.
- Hij zit er dik in.
- Van dik hout zaagt men planken.
- Dat is dubbel en dik.
- Sneeuw op slik na drie dagen dik.
- Hij is op het pad getreden.
- Hij zwelt als een pad.
- Een goed pad krom loopt nooit [niet] om.
- Het pad warm houden.
- Bij iemand rozen op het pad strooien.
- Tussen waarheid en leugen ligt een glibberig pad.