Hij heeft de boter en de kaas te dik gesneden.
Hij heeft al zijn geld verspild.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De boer moet weten wat de boter kost.
- Nu gaat de boter geld kosten.
- Zij heeft de boter groot.
- Vuile boter vuile vis.
- Boter op je hoofd hebben.
- Het is boter tot de boom.
- Dat is een stuk boter in de brij.
- Het is boter aan de galg.
- Dat is een stuk boter in de pap.
- Ergens de boter uitbraden.
- Boter bij de vis.
- Een eed met boter bezegeld.
- Hij zoekt een haar in de boter.
- Minnebrieven zijn met boter verzegeld.
- Hij valt met zijn neus [achterste] [gat] in de boter.
- Hij is met zijn neus in de boter gevallen.
- Iemand stokvis zonder boter geven.
- Hij is zo week als boter.
- Hij rijdt met de kaas rond.
- Hij snijdt de kaas.
- Hij snijdt de kaas met hompen.
- Hij verkoopt kaas.
- Ergens zijn kaas bij inschieten.
- Zij heeft de kat aan de kaas laten komen.
- Men moet de kat niet aan de kaas laten komen.
- Dat ligt er duimen dik bovenop.
- Hij zit er dik in.
- Hij is zo dik als een pad.
- Van dik hout zaagt men planken.
- Dat is dubbel en dik.
- Sneeuw op slik na drie dagen dik.