Dat is een boom van een vent.
Dat is een flinke kerel.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat is een alikruik van een vent.
- Dat is een drol van een vent.
- Hij is een ezel van een vent.
- Hij is een kalf van een vent.
- Hij is een knol van een vent.
- Een man [vent] uit duizenden.
- Hij is een vijg van een vent.
- De appel valt niet ver van de boom [stam].
- Ook de beste boom geeft slechte vruchten.
- Hij heeft van de boom der kennis gegeten.
- Men moet de boom buigen als hij jong is.
- Een boom valt niet met de eerste slag.
- Een boom opzetten.
- Een boom in brand steken.
- Boompje groot potertje dood.
- Jonge boompjes moet men buigen.
- Kleine boompjes worden groot.
- Het is boter tot de boom.
- Het is botertje tot de boom.
- Een dood paard aan een boom binden.
- Steek je hand niet tussen de schors en de boom.
- Huisje boompje beestje.
- De kat uit de boom kijken.
- Hij is omgekeerd als een blad van een boom.
- Daar is staak noch boom te zien.
- Hoe stiller water hoe dieper boom.
- Aan de vruchten herkent [kent] men de boom.
- Aan de vruchten kent men de boom.