De kat kon het spek wel zien maar niet krijgen.
Iets willen hebben maar het niet kunnen krijgen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De baard in de keel krijgen.
- Op zijn bochel krijgen.
- De bout op de kop krijgen.
- Iemand op zijn dak krijgen.
- De gard krijgen.
- De gekken krijgen de kaart.
- Met geld kun je van alles voor elkaar krijgen.
- Een graat in de keel krijgen.
- Die geen raden hebben wil kan geen wagen krijgen.
- De handen vrij krijgen.
- Hoor zie en wil zwijgen zo zult gij vrede krijgen.
- Op zijn kas krijgen.
- Het voor zijn kiezen krijgen.
- Kinderen die willen krijgen voor hun billen.
- Als kinderen hun zin krijgen schrijen ze niet.
- Ergens kippenvel van krijgen.
- Een klap krijgen.
- Een klap van een lamme aap krijgen.
- Iemand in zijn klauwen krijgen.
- Iemand klein krijgen.
- De klets te pakken krijgen.
- Een kleur als een boei krijgen.
- Op de kop krijgen.
- Iemand bij zijn kraag krijgen.
- Hebben is hebben en krijgen is de kunst.
- Het te kwaad krijgen.
- Iemand bij de lappen krijgen.
- Op zijn lappen krijgen.
- Iemand bij de lurven krijgen.
- Ze krijgen mikmak.
- Het is moeilijk alle hoofden in één zak te krijgen.
- De paarden die de haver verdienen krijgen ze niet.
- Paarden die de haver verdienen krijgen hem niet.
- Een prent krijgen.
- Hij kan zijn slinger niet goed krijgen.
- Strijk en strop krijgen.
- Een veeg uit de pan krijgen.
- Iemand in de vingers krijgen.
- Iemand in het vizier krijgen.
- Iemand bij de vodden krijgen.
- Zij krijgen woorden.
- De bruid heeft de kat goed gevoerd.
- Hoe eer de vogel zingt hoe eer de kat hem wringt.
- Hij heeft de kat gestuurd.
- Zij heeft de kat niet gevoerd.
- Zij heeft de kat aan de kaas laten komen.
- Hij kijkt als een kat in een vreemd pakhuis.
- Men moet de kat niet aan de kaas laten komen.
- Men moet de kat niet bij het spek zetten.
- Hij speelt met hem als de kat met de muis.
- Hij steekt er de kat in.
- Het is net een kat als een andermans kat.
- Daar is wat in dat de kat niet lust.
- Dat kan kat nog hond verstaan.
- Als onze kat zich wast dan komt er wis een gast.
- Een kat komt altijd weer op zijn poten terecht.
- De kat muist best als zij jongen heeft.
- De kat komt een graatje toe.
- De kat zal met zijn lege maag niet weglopen.
- Dat heeft de kat van de bakker gedaan.
- De kat de bel aanbinden.
- De kat uit de boom kijken.
- De kat in het donker knijpen.
- De kat is in het garen.
- Zijn kat heeft jongen.
- Een kat een kat noemen.
- Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.
- Maak dat de kat wijs.
- Een kat in de zak kopen.
- Leven als kat en hond.
- Hij is zo misselijk als een kat.
- Wat men spaart uit de mond dat is voor kat of hond.
- Een slapende kat en vangt geen rat.
- Dat is een spel van kat en muis.
- Dat is een vogeltje voor de kat.
- Hij is zo wijs als Salomo's kat.
- Dat geeft geen spek in de erwten.
- Gooi geen spek in een hondenest.
- Met een metworst naar een zijde spek gooien.
- De muizen dansen daar in het spek.
- De naald in het spek steken.
- Hij gaat met het spek naar bed.
- Zij heeft het spek al weg.
- Hij laat het spek niet van zijn bord halen.
- We hebben nog spek aan mei toe.
- Meedoen voor spek en bonen.
- Met spek vangt men muizen.
- Met spek schieten.