De vingers jeuken mij.
Kijk uit of ik geef je een pak rammel.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Ik bijt mij liever de vingers.
- Brand je vingers niet.
- Hij zal er duim en vingers naar likken.
- Het geld glijdt hem door de vingers.
- Het is kwaad knijpen zonder vingers.
- Die roet handelt maakt zijn vingers vet.
- Snij je niet in de vingers.
- Iemand op de vingers tikken.
- Iemand op de vingers kijken.
- Iemand in de vingers krijgen.
- Bovenste beste Lieve vriend Brand je vingers niet.
- Hij wordt wijs als zijn vingers even lang zijn.
- Zijn handen jeuken hem.
- Hij krabt zich waar het hem niet jeukt.
- Weelde en jeukte zijn kwalijk te lijden.
- Mijn maag jeukt.
- Zijn oren jeuken.
- Mijn rechterhand jeukt.
- Zijn rug jeukt.