De waarheid lijdt wel nood maar nooit de dood.
Uiteindelijk komt de waarheid altijd boven water.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Berouw komt nooit te laat.
- Bijkans en sloeg nooit iemand dood.
- Een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat.
- Het is een slecht dorp waar het nooit kerstmis is.
- Des Duivels zak is nooit vol.
- Hoogmoed deed nooit iemand goed.
- Nu breekt mijn klomp! Dit had ik nooit verwacht.
- Kraaien en duiven vliegen nooit samen.
- Nooit man zo kwaad of hij deed iemand baat.
- Het is nooit volle mane van de eerste dag.
- Misschien bijkans en bijnaar zijn nooit geen waar.
- Never de nooit nie.
- Ik heb nou nooit eens geluk.
- Ons Heer slaat nooit met twee roeden tegelijk.
- Men is nooit te oud om te leren.
- Een goed pad krom loopt nooit [niet] om.
- Een rein varken en wierd nooit vet.
- Het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man.
- Hij schijt nooit voor elven.
- Waar het nooit waait is het stil.
- Het is stil waarhet nooit en waait.
- Nooit Sant verheven in zijn land.
- Vrouwenhanden en paardetanden staan nooit stil.
- Nooit hoort men wijzen hun eigen prijzen.
- Dat is bezijden de waarheid.
- Hij wandelt met God in de waarheid.
- Iemand de kast uitvegen Iemand flink de waarheid vertellen.
- Iemand ongezouten [vierkant] de waarheid zeggen.
- Uiteindelijk komt de waarheid altijd boven water.
- Hij is een vijand van de waarheid.
- Iemand onbewimpeld de waarheid zeggen.
- De waarheid kan geen herberg vinden.
- De waarheid verbloemen.
- Waarheid bestaat leugen vergaat.
- Dat is een waarheid als een koe.
- Tussen waarheid en leugen ligt een glibberig pad.
- Zotten kinderen spreken de waarheid.
- Nood leert bidden.
- Nood is een bitter kruid.
- Van de nood een deugd maken.
- In de nood eet de Duivel vliegen.
- Nood breekt ijzer.
- Klagers hebben geen nood.
- Klagers geen nood pochers geen brood.
- Koop het in de tijd en gebruik het in de nood.
- Nood zoekt list.
- Als de nood aan de man komt.
- Pochers geen brood klagers geen nood.
- Trouw heeft brood als ontrouw is in nood.
- Vrienden in de nood honderd in een lood.
- Nood breekt wet.
- Boompje groot potertje dood.
- Hij heeft daar een broertje aan dood.
- Hij blijft dood op een duit.
- De liefde is sterker dan de dood.
- Hoe dichter bij de dood hoe meer spektakel.
- Dat zal zijn eigen dood wel sterven.
- Dat zal je de dood niet aandoen.
- Hij loopt met de dood in zijn schoenen.
- Het zal wel dood bloeden.
- Die zich dood werkt wordt onder de galg begraven.
- Hij ziet er uit als de dood van Ieperen.
- Hij is zo dood als een pier.
- Voor de dood is geen kruid gewassen.
- Gevaert is dood maar Hebbaert leeft.
- Gevaart is dood en Lenaart is een been af.
- Hij is er als de dood voor.
- Dood gaan we allemaal.
- De dood heeft geen almanak.
- De dood kent geen lieve kinderen.
- Wat dood is bijt niet meer.
- De een zijn dood is de ander zijn brood.
- Tegen de dood is geen kruid gewassen.
- Met een dood kalf is het gemakkelijk sollen.
- Het is er als dood katoen.
- Gauw is dood en langzaam leeft nog.
- De dood wil een oorzaak hebben.
- Met een dood paard is het goed sollen.
- Een dood paard aan een boom binden.
- Het is er de dood in de pot.
- Om de dooie dood niet.
- Edel arm en rijk maakt de dood gelijk.
- Hoe eerder dood hoe eerder begraven.
- Veel honden zijn der hazen dood.
- Het hooi is op en de koe is dood.
- Er gaan meer kinderen dood dan ouderen.
- Hij is zo mager als de dood van Ieperen.
- Magere Hein De dood.
- Pietje de dood maait altijd.
- Pietje de Dood.
- Klein is de rouwe valt de oude koe dood.
- Dat schaap zal een zachte dood nemen.
- Sla Haman dood.
- Vriezen we dood dan vriezen we dood.