Die het kruis heeft zegent zijn zelven eerst.
Wie de gelegenheid heeft tot voordeel benut deze.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een vette gans bedruipt heur zelven.
- De dag van morgen zal voor zelven zorgen.
- De pastoor zegent zijn zelven eerst.
- Spitten en delven betaalt zich zelven.
- Wieden en delven loont zich zelven.
- Wat bovenin de zak zit moet er het eerst uit.
- Wat men afdingt is het eerst betaald.
- Men moet eerst sparen Wil men vergaren.
- Men moet eerst door de rijstebrijberg heen.
- Men moet eerst zorgen voor zijn moeders kind.
- We moeten eerst door de rijstebrijberg.
- Leert eerst gaan eer gij op uw hoofd wilt staan.
- Die het eerst komt het eerst maalt.
- Die eerst komt die eerst maant.
- Eerst het kouwtje dan het vrouwtje.
- Eerst lokkebrood dan stokkebrood.
- Eerst mensen dan hangoren.
- Die het eerst in de boot is heeft keur van riemen.
- Eerst even indrinken.
- Eerst het kooitje klaar en dan het vogeltje erin.
- Eerst oom en dan oomkens kinderen.
- Die de kern wil smaken moet eerst de note kraken.
- Onze Lieve Heer van het kruis bidden.
- Iemand het heilige kruis nageven.
- Kop [Kruis] of munt.
- Een mens krijgt kracht naar kruis.
- Kracht naar kruis.
- Men draagt het kruis niet altijd op zijn rug.
- Die één kruis ontloopt ontmoet er twee.
- Hij heeft kruis noch munt.
- Niemand wil het kruis dragen.
- Ergens een kruis over maken.
- Iemand het kruis uit de broek vragen.
- Iemand zegenen.