Een leger in de pan hakken.
Alle soldaten van het leger ombrengen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Met de botte bijl hakken.
- Hij heeft de hakken uitgestoken.
- Hij heeft de hakken los.
- Hij trekt aan de hakken.
- Iemand de hakken [hielen] laten zien.
- Zij is kort van hakken.
- Zij spint loopgaren en haspelt het met de hakken.
- Hoe hoger zolder hoe leger vloer.
- Hij heeft aan de pan gelikt.
- Hij is van de pan geraakt.
- Het is er een pan.
- Hij is aan de pan blijven hangen.
- De pan bij de steel pakken.
- Het is saus naar de kom of naar de pan.
- Hij kreeg een veeg uit de pan.
- Een veeg uit de pan krijgen.