Er is geen smijten met de muts naar.
Je kunt het niet raden.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Het geld over de balk smijten [gooien].
- Dat is geld in het water smijten.
- Iemand iets naar het hoofd smijten.
- Hij draagt de muts op drie haartjes.
- Hij gooit er met de muts [pet] naar.
- Het scheelt hem onder de muts.
- Hij zet de muts opzij.
- Zij is een muts.
- Iemand een muts passen.
- De muts stond hem scheef.
- De muts staat hem verkeerd.
- Dat zit zo vast als een muts met zeven keelbanden.
- Iemand een veer op de muts zetten.
- Hij is zo zot nog niet als zijn muts staat.