Er is veel kaf onder het koren.
Er zijn veel slechte mensen tussen de goede mensen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Veel beekjes maken een groot water.
- Veel boeken te lezen is kwelling des geesten.
- Veel haarkens maken een borstel.
- Iemand te veel bot geven.
- Ongegund brood wordt veel gegeten.
- Het jaar heeft veel dagen en nog meer maaltijden.
- Er is te veel dak op het huis.
- Veel dwazen sterven van volle glazen.
- Eet veel korsten dat geeft dikke borsten.
- Oude mensen hebben veel ervaring.
- Er zijn veel ezels met twee benen.
- Hij heeft veel garen op zijn klos.
- Een zittend gat kan veel bedenken.
- De liefde doet veel het geld doet het al.
- Met geld en goede woorden krijgt men veel gedaan.
- Dat brengt veel geld in het laatje.
- Genoeg is meer dan veel.
- Veel geschreeuw [gescheer] en weinig wol.
- Veel geschreeuw maar weinig wol.
- Er gaat veel gevlij in een zakje.
- Veel handen maken licht werk.
- Er zijn altijd veel honden om het aas.
- Veel honden zijn der hazen dood.
- Hij heeft veel kak aan zijn gat.
- De keel kost veel.
- Zij heeft veel kinderen.
- Lieve kinderen hebben veel namen.
- Veel koeien veel moeien.
- Hij heeft veel koeken.
- Veel koks verzouten de brij.
- Een krijgsman wint al veel al wint hij niets dan tijd.
- Hij heeft veel letters gegeten.
- Het leven kent veel verdriet en weinig vreugd Van voren af aan.
- Veel lopers maar geen kopers.
- Na veel loven en bieden.
- Er blijft te veel aan de maat en de strijkstok hangen.
- Onder mantel en kleed zit er veel dat men niet weet.
- Hij heeft veel in zijn mars.
- Mei koel en wak veel koren in de zak.
- Steek de moord! Ik wens jou veel slechts.
- Hij maakt veel van zijn neus.
- Een nier bevat niet veel vet.
- Hij heeft veel noten op zijn zang.
- Hij kijkt te veel omhoog.
- Daar is veel pluk aan.
- Hij heeft veel praats.
- Veel raad maar weinig baat.
- Er gaan veel makke schapen in één hok.
- Het loopt over veel schijven.
- Het is niet veel soeps.
- Dat heeft veel stof opgejaagd.
- Veel op de straat veel op de praat.
- Er blijft te veel aan de strijkstok hangen.
- Hij heeft veel stront aan zijn gat.
- Veel varkens maken de spoeling dun.
- Daar is veel aan vast.
- Weet ik veel.
- Te veel beogen heeft velen bedrogen.
- Veel herhaalde kapkens vellen grote bomen.
- Een verhuizing kost veel bedstro.
- Hij heeft veel vijven en zessen.
- Dat heeft veel voeten in de aarde.
- Hij heeft veel volk over de vloer.
- Daar is veel voorland.
- Er gaan niet veel vrienden in een klein huis.
- Ergens te veel want overhoop halen.
- Hij weegt niet veel.
- Na de andere week komen er veel mooie dagen.
- Veel werk en weinig honing.
- Hij laat te veel wind door de hekken waaien.
- Hij maakt veel wind.
- Veel wind weinig te malen.
- Veel wind weinig regen.
- Hij heeft te veel wit in de ogen.
- Witte peerden eisen veel stro.
- Veel woorden de nek breken.
- Veel woorden vullen de zak niet.
- Daar gaat veel zeggens in een zak eer hij vol is.
- Te veel zorg breekt het glas.
- Er schuilt een addertje onder het gras.
- Balken onder de ogen hebben.
- Iemand onder de bank drinken.
- Van boven blinken van onder stinken.
- Iemand het bloed onder de nagels vandaan halen.
- Van boven bont van onder stront.
- Iemand een teen onder zijn broek steken.
- Onder de brug doorgaan.
- Hij is onder dak.
- Onder een dekmantel.
- Onder de dekmantel van vroomheid.
- Onder distels doornen zaaien.
- Die zich dood werkt wordt onder de galg begraven.
- Hij loopt met zijn doodskist onder de arm.
- Iemand onder de duim houden.
- Hij slaat eronder als Malle Jan onder de kippen.
- Men steekt gaarne zijn voeten onder een eigen tafel.
- Zij staan onder de geboden.
- Hij is onder een gelukkig gesternte geboren.
- Goed gereedschap hangt onder een afdak.
- Het is geschied onder het zegel van geheimhouding.
- Het gevaar onder ogen zien.
- De grond brandt hem onder de voeten.
- De grond werd hem te warm onder de voeten.
- Onder de hand verkopen.
- Iemand onder handen nemen.
- Iets onder handen hebben.
- Iemand een hart onder de riem steken.
- Hij is onder een hoedje te vangen.
- Jong een hoer oud onder de preekstoel.
- Hij verwedt er zijn hoofd [kop] onder.
- Onder het juk doorgaan.
- Onder het juk brengen.
- Hij is onder de lappen.
- Leg uw hand op uw hoofd en zie wat er onder staat.
- Men moet zijn licht niet onder de korenmaat zetten.
- Dat ligt onder het loodje.
- Onder de haag lopen.
- Onder de mantel van godsvrucht.
- Onder het mes zitten.
- Hij heeft een mus onder zijn hoed.
- Het scheelt hem onder de muts.
- Neem de onschuld onder uw vleugelen.
- Er is niets nieuws onder de zon.
- Onder een ongelukkige planeet geboren zijn.
- Onkruid onder de tarwe.
- Onder ons gezegd en geschreven.
- Onder de palmen wandelen.
- Hij heeft zijn paspoort onder de voeten genomen.
- Iets onder de pet houden.
- Iemand onder de plak hebben.
- Onder de plak zitten.
- De poten onder zijn stoel zagen.
- Hij raakte onder de voet.
- Onder iemands roede staan.
- Onder de rook van een stad.
- Hij schiet onder iemands duiven.
- Ergens de schouder onder zetten.
- Daar schuilt een slang onder het loof.
- Onder de blote hemel slapen.
- Zij spelen onder één hoedje.
- Onder een staand zeil is het goed roeien.
- Ergens een streep onder zetten.
- Hij heeft streken onder zijn staart.
- Hij strijd onder eigen banier.
- Iemand onder tafel drinken.
- Die in toorn handelt gaat in storm onder zeil.
- Onder de toren wonen de meeste geuzen.
- Iemand onder de torens zetten.
- Dat zijn twee hoofden onder één kaproen.
- Hier komt het varken onder zijn magen.
- Hij heeft vaste grond onder de voeten.
- Iemand onder vier ogen spreken.
- Onder valse vlag varen.
- Hij houdt het vlees onder de pekel.
- Onder vriendschaps schijn bezorgt hij het zijn.
- Onder vriendschaps schijn zit het ergste venijn.
- Men moet het vuur onder de as zoeken.
- Hij is onder water.
- Onder de wol gaan.
- Onder in de zak vindt men de rekening.
- Onder zeil gaan.
- Onder de groene zoden liggen.
- Onder iets zuchten.
- Er loopt een zwart schaap onder.
- Hij dorst koren in andermans schuur.
- Je moet het kaf van het koren scheiden.
- Zijn koren groen eten.
- Dat is koren op zijn molen.
- Het kaf van het koren scheiden.
- Mei koel en nat koren inhet vat.
- Hij slaat zijn zeis in een anders koren.