Geen ezel en kan zijn eigen oren afbijten.
Het onmogelijke hoef je niet te doen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij heeft de schaamte de kop afgebeten.
- Het spits afbijten.
- Een draai om de oren geven.
- Kijk uit want de muren hebben oren.
- Hongerige magen hebben geen oren.
- Hij kan zijn oren niet geloven.
- Ik kan mijn oren schudden dat ze klappen.
- Hij laat zijn oren hangen.
- Hij spitst de oren.
- Hij steekt de oren op.
- Ik zal hem de oren wassen.
- Die oren heeft om te horen die hore.
- Iemand de oren afzagen.
- Zijn oren staan te dicht bij zijn hoofd.
- Iemand de oren van het hoofd eten.
- Zijn oren jeuken.
- Iemand bij de oren trekken.
- Zijn oren tuiten.
- Kleine potjes hebben grote oren.
- Iemand spreken tussen de oren van een turfmand.
- Twistzieke honden lopen met gescheurde oren.
- Iemand het vel over de oren halen.
- Zij heeft het wiegstro nog achter de oren.
- Hij houdt een wolf bij de oren.
- Hij heeft zwoerd achter zijn oren.
- Hij staat daar als een ezel tussen twee oppers hooi.
- Wie zich aan een ezel schuurt krijgt haren.
- Geen jaarmarkt zonder ezel.
- Ezel geboren moet ezel sterven.
- Geef een ezel haver hij loopt naar de distels.
- Geef een ezel klaver hij loopt naar de biezen.
- Hij is een ezel in het kwadraat.
- Hij is een ezel in een leeuwehuid.
- Een ezel gaat uit zijn tred niet.
- Hij is een ezel van een vent.
- Hij is zo koppig als een ezel.
- Saul ging uit om een ezel en hij vond een koninkrijk.
- Vreemde zorgen doden de ezel.