Spreekwoorden.nl

Spreekwoorden en uitdrukkingen uit de Nederlandse taal

  • Home (current)
  • Spreekwoorden op trefwoord
  • Spreekwoorden A-Z
  • Contact
  • Dieren
  • Kleuren
  • Emoties
  • Religie
  • Eten & drinken
  • Natuur
  • Mens
  • Lijf
  • Home
  • Spreekwoord

Hij kan zijn oren niet geloven.

Hij geloofde het bijna niet.


Trefwoorden

oren geloven

Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden

  • Een draai om de oren geven.
  • De ganzen geloven niet dat de kiekens hooi eten.
  • Hij moet er aan geloven.
  • Die geloven haasten niet.
  • Geen ezel en kan zijn eigen oren afbijten.
  • Kijk uit want de muren hebben oren.
  • Hongerige magen hebben geen oren.
  • Ik kan mijn oren schudden dat ze klappen.
  • Hij laat zijn oren hangen.
  • Hij spitst de oren.
  • Hij steekt de oren op.
  • Ik zal hem de oren wassen.
  • Die oren heeft om te horen die hore.
  • Iemand de oren afzagen.
  • Zijn oren staan te dicht bij zijn hoofd.
  • Iemand de oren van het hoofd eten.
  • Zijn oren jeuken.
  • Iemand bij de oren trekken.
  • Zijn oren tuiten.
  • Kleine potjes hebben grote oren.
  • Iemand spreken tussen de oren van een turfmand.
  • Twee geloven op één peul is één te veul.
  • Twistzieke honden lopen met gescheurde oren.
  • Iemand het vel over de oren halen.
  • Zij heeft het wiegstro nog achter de oren.
  • Hij houdt een wolf bij de oren.
  • Hij heeft zwoerd achter zijn oren.