Het zal vast wel goed komen.
Als het op de een regent drupt het op de ander.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij kan aardig uit de dop komen.
- Niet aan de bak komen.
- Bier en barmhartigheid komen bij elkaar.
- Uit het dal komen.
- Tussen de deuren komen.
- Iemand dwars voor de boeg komen.
- Van de Eems in de Dollard komen.
- Voor het front komen.
- In het geniep Stiekem In het geweer komen.
- Bij iemand in het gevlij komen.
- In het geweer komen.
- Iemand te hulp komen.
- Er kaal van af komen.
- De kalanders komen op geen lege graanzolders.
- Zij heeft de kat aan de kaas laten komen.
- Men moet de kat niet aan de kaas laten komen.
- Er zonder kleerscheuren vanaf komen.
- Met kousen en schoenen aan in de hemel komen.
- In de kraam komen.
- Iemand op zijn lichaam komen.
- Aan de man komen.
- Iemand op zijn mieter komen.
- Iemand in het naadgaren komen.
- Het paard moet tot de kribbe komen.
- Ergens raar langs komen.
- Raar uit de bocht komen.
- Iemand op de ribben komen.
- zo snel aan de vrouw komen.
- Even stoom afblazen Even tot rust komen.
- Hij is op een strowis komen aandrijven.
- Uit zijn tent komen.
- Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
- Komen die tijden, komen die plagen.
- Ergens aan zijn trekken komen.
- Komen we vandaag niet dan komen we morgen.
- Te voorschijn komen.
- Vrouwen die zich goed en netjes presenteren komen snel aan de man.
- Na de andere week komen er veel mooie dagen.
- Zuster Anna zie je nog niets komen?
- Na gedane arbeid [werk] is het goed rusten.
- Zij is goed in bed.
- Een goed begin geeft moed en zin.
- Een goed begin is het halve werk.
- Een goed begin is een daalder waard.
- De bruid heeft de kat goed gevoerd.
- Met een dood paard is het goed sollen.
- Driemaal verhuisd is zo goed als eens verbrand.
- Koopmans goed is eb en vloed.
- Hij brengt zijn eieren goed naar de markt.
- Eind goed al goed.
- Hij kan zijn ellebogen goed roeren.
- Met hem is geen goed garen te spinnen.
- Hij is goed in zijn gat gekarnd.
- Een leugenaar moet een goed geheugen hebben.
- Een goed gelaat is de beste geleidebrief.
- Goed geladen is half gereden.
- Goed gereedschap hangt onder een afdak.
- Gestolen goed gedijt niet.
- Hij is daar goed gevaren.
- Goed gewonnen is ruste verloren.
- Goed gezelschap maakt korte mijlen.
- Hij is goed in God.
- God geeft het dubbel weer als men goed doet.
- Zijn hart is wel goed maar de omloop deugt niet.
- De heler is zo goed als de steler.
- Hoog van gemoed leeg van goed.
- Hoogmoed deed nooit iemand goed.
- Ver van huis [je goed] dichtbij je schade.
- Het is een goed jong dat naar zijn ouder tiert.
- Kijk goed uit voordat je gaat trouwen.
- Een goed kind dat naar zijn vader aardt.
- Waar klappen goed is, is zwijgen beter.
- Gauw en goed is de kunst van het koken.
- Hij is goed te land gekomen.
- Lichtmis helder en klaar geeft een goed bijenjaar.
- Het is één moeders goed.
- Het geen men heden ort is morgen goed voeder.
- Geen nieuws goed nieuws.
- Niets is goed in de ogen.
- Onrechtvaardig verkregen goed gedijt niet.
- Een goed pad krom loopt nooit [niet] om.
- Hij past goed op zijn dubbeltjes.
- Raad mij goed maar raad mij niet af.
- Hij is niet recht [goed] snik.
- Hij laat zijn rolletjes goed aflopen.
- Goed rond goed Zeeuws.
- In de ruimte is het goed te wezen.
- Een slak komt er net zo goed als een kikker.
- Hij kan zijn slinger niet goed krijgen.
- Het is goed riemen snijden van andermans leer.
- Een goed soldaat neemt een uur toe.
- Het is goed spinnen van andermans garen.
- Onder een staand zeil is het goed roeien.
- Daar het stil is is het goed haver zaaien.
- Zijn tanden zijn niet meer zo goed.
- Dat kan goed tellen.
- Men moet zijn tempel altijd goed onderhouden.
- Hij weet de tijd goed uit te kopen.
- Zij is goed van de tongriem [spanader] gesneden.
- In troebel water is het goed vissen.
- Waar men het goed heeft dat is het vaderland.
- Verandering van weide doet de koeien goed.
- Het komt goed uit de verf.
- Vijf steek zes voet zit het vast dan houdt het goed.
- Goed voordoen doet verkopen.
- Het is niet goed als een vrouw de baas is.
- Waar het warm is is het goed vrijen.
- Goede alm maakt goed werk.
- Een goed woord baat een kwaad woord schaadt.
- Een goed woord vindt een goede plaats.
- Een goed woordeken breekt grote gramschap.
- Een goed woordje voor iemand doen.
- Een goed zeeman wordt ook wel eens nat.
- Men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen.
- Heet in de mond, vast in de kont.
- Hij heeft het vast.
- Hij zit vast in het zadel.
- Dat staat zo vast als een huis.
- Dat staat zo vast als een rots.
- Dat zit zo vast als een muts met zeven keelbanden.
- Dat zit zo vast als Haarlem.
- Daar is veel aan vast.
- Vast in de beugels zitten.
- Vast en zeker Dat is zeker.