Hij denkt dat de koning zijn oom is.
Hij maakt overal excuses voor.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Je moet ook aan de dag van morgen denken.
- Ergens in de verste verte niet aan denken.
- Hij denkt dat er goud te graven is.
- Niet één haar op mijn hoofd dat er aan denkt.
- Kinderen horen meer dan je denkt.
- Hij denkt klein van iemand.
- Iedereen denkt toch het eerste aan zichzelf.
- Zwijgen en denken zal niemand krenken.
- Eerst oom en dan oomkens kinderen.
- Oom Kool.
- De klant is koning.
- Zijn haan moet altijd koning kraaien.
- Zijn haan moet altijd koning kraaien.
- Hij heeft de koning [reus] gezien.
- De koning der verschrikking.
- Kreupel of koning.
- Het is kreupel of koning.
- Hij is de koning te rijk.