Hij is kort aangebonden.
Hij is ongeduldig.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met kort
De teugels kort houden.
Weinig vrijheid geven.
Meer
Een kort lied is gauw gezongen.
Een groot verdriet duurt vaak maar even.
Meer
Ergens in te kort schieten.
Ergens mee falen.
Meer
Ergens kort spel mee maken.
Zorgen dat iets stopt.
Meer
Goed gezelschap maakt korte mijlen.
Als je in prettig gezelschap verkeerd lijkt een lange reis korter te duren.
Meer