Ergens in te kort schieten.
Ergens mee falen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Ergens acht op slaan.
- ergens op te bieden.
- Ergens blijven kleven.
- Ergens de boter uitbraden.
- Iemand ergens buiten houden.
- Ergens niet buiten kunnen.
- Ergens een dam tegen opwerpen.
- Ergens deel aan hebben.
- Ergens in de verste verte niet aan denken.
- Ergens een draai aangeven.
- Ergens druk gebruik van maken.
- Ergens ei of kuiken van willen hebben.
- Ergens een flink plak hebben.
- Ergens zijn haak inslaan.
- Ergens op hameren.
- Zijn handen ergens aan vuil maken.
- Ergens heilig mee doen.
- Ergens naar hengelen.
- Ergens zijn hoofd over klauwen.
- Ergens zijn huid aan wagen.
- Ergens naar hunkeren.
- Ergens idee in hebben.
- Zich ergens inburgeren.
- Ergens iets bij inschieten.
- Zich ergens met een Jantje van Leiden afmaken.
- Ergens zijn kaas bij inschieten.
- Ergens de kachel aan geven.
- Ergens de kanker aan hebben.
- Zich ergens tegen kanten.
- Ergens de scherpe kantjes van afhalen.
- Ergens de kantjes van aflopen.
- Ergens kijk op hebben.
- Ergens kippenvel van krijgen.
- Ergens kopij uit slaan.
- Ergens kort spel mee maken.
- Ergens een kruis over maken.
- Ergens zijn krukken tussen steken.
- Ergens over kwijlen.
- Ergens lak [schijt] aan hebben.
- Ergens stad en land voor aflopen.
- Ergens maling aan hebben.
- Ergens met man en macht aan werken.
- Ergens munt uit slaan.
- Iemand ergens de ogen mee uitsteken.
- Ergens mee omhoog zitten.
- Ergens voor moeten opdraaien.
- Ergens penen opscheppen.
- Ergens een plooi aan geven.
- Ergens de puist aan hebben.
- Ergens een punt achter zetten.
- Ergens een punt aan zuigen.
- Ergens raar langs komen.
- Ergens rekening mee houden.
- Zich ergens rekenschap van geven.
- Ergens de reuk van hebben.
- Ergens met de roffel overheen gaan.
- Ergens rond voor uitkomen.
- Ergens een lange saus bij maken.
- Ergens een schepje bovenop doen.
- Ergens de schouder onder zetten.
- Ergens van schubben.
- Ergens een slaatje uit slaan.
- Ergens slag van hebben.
- Ergens een slag naar slaan.
- Ergens zijn slinger in hebben Iets met plezier doen.
- Ergens een sluier over gooien.
- Ergens de smaak van te pakken hebben.
- Ergens naar snakken.
- Zich ergens aan spiegelen.
- Ergens een steentje aan bijdragen.
- Ergens bij stilstaan.
- Ergens een stokje voor steken.
- Ergens een streep onder zetten.
- Ergens over struikelen.
- Ergens niet naar talen.
- Ergens zijn tanden inzetten.
- Ergens met volle teugen van genieten.
- Ergens aan tornen.
- Ergens aan zijn trekken komen.
- Ergens tuk op zijn.
- Ergens geen vinger naar uitsteken.
- Ergens vaart achter zetten Snel aktie nemen.
- Ergens over vallen.
- Zich ergens aan vastklampen.
- Ergens mee verguld zijn.
- Ergens mee verlegen zijn.
- Ergens op vlassen.
- Zich ergens voorspannen.
- Ergens de vruchten van plukken.
- Ergens een vuurtje stoken.
- Ergens te veel want overhoop halen.
- Zich ergens warm voor maken.
- Ergens voor warmlopen.
- Zich ergens uit winden.
- Ergens een zwaar [hard] hoofd in hebben.
- Ergens de Franse zweep over leggen.
- Kort afzeggen is vriendschap doen.
- Kort en bondig.
- Goed gezelschap maakt korte mijlen.
- Lang haar en kort verstand.
- Kort van hand zijn.
- Hij komt handen te kort.
- Lange kleren korte zinnen.
- Korte metten [wetten] maken.
- De mens heeft maar een kort leven.
- Hij houdt van een kort gebed en van een lang gevret.
- We willen een kort gebed en een lange maaltijd.
- Hij zit kort.
- Hij is kort aangebonden.
- Iemand te kort doen.
- Iemand kort houden.
- Hij is kort van begrip.
- Zij is kort van hakken.
- Iets kort en klein slaan.
- Hij is kort van memorie.
- Leugens hebben korte benen.
- Een kort lied is gauw gezongen.
- De teugels kort houden.
- Hij trok aan het kortste eind.
- Korte rekening maakt lange vriendschap.
- Vrouwen dragen lange kleren maar korte zin.
- Een bok schieten.
- Uit zijn haak schieten.
- Iemand voor zijn raap schieten.
- Er is met hem rooi te schieten.
- Met hem is geen ree te schieten.
- Iets laten schieten.
- Iemand overhoop schieten.
- Ik zal er een schotje voor schieten.
- Uit zijn slof schieten.
- Met spek schieten.
- De teugels laten schieten.