Hij kan rijden en omzien.
Hij kan twee dingen tegelijk.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met rijden
Die jong rijdt moet oud lopen.
Als je op jonge leeftijd te verkwistend bent geweest zul je er later last van krijgen.
Meer info
Meer
Een groot verzet rijden.
In een zware versnelling rijden op de fiets.
Meer info
Meer
Een scheve [rare] schaats rijden.
Iets doen wat niet mag.
Meer info
Meer
Hij gaat rijden en rossen.
Hij is onvoorzichtig bezig.
Meer info
Meer
Hij rijdt met de kaas rond.
Ondanks zijn hoge leeftijd kijkt hij naar jonge meisjes.
Meer info
Meer