Hij komt met een nat zeil thuis.
Hij was onder de invloed van alcohol.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat.
- Mei koel en nat koren inhet vat.
- in het nat.
- Het is één pot nat.
- Een goed zeeman wordt ook wel eens nat.
- De haan is de baas als de hen niet thuis is.
- Hij is van alle markten thuis.
- Oost west thuis best.
- Hij is vóór de regen thuis.
- Hij is van alles thuis.
- Was Dina thuis gebleven dan was zij kuis gebleven.
- Is de katte niet thuis zo krevelt de muis.
- Hij is niet thuis.
- Samen uit samen thuis.
- Zoals het klokje thuis tikt tikt het nergens.
- Traag gereden is vroeg thuis.
- Hij krijgt zijn trekken wel weer thuis.
- Die zijn vrouw liefheeft laat haar thuis.
- De vrouw wil het thuis graag de baas zijn.
- Een oog in het zeil houden.
- Hij heeft een reef in zijn zeil gelegd.
- Dat is geen zeil voor dat schip.
- Onder een staand zeil is het goed roeien.
- Die in toorn handelt gaat in storm onder zeil.
- Wind! Zei Fokke en hij blies in 't zeil.
- Hij heeft zijn zeil ingebonden.
- Onder zeil gaan.
- Als het zeil zeurt heeft het een gat.
- Een reef in het zeil leggen.
- Het zeil in top halen.
- Met zeil en treil.