Hij loopt dubbeltjes te zoeken.
Hij loopt voorovergebogen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een achterdeurtje zoeken.
- Hij moet met de bril op naar het wiegtouw zoeken.
- Zijn heil elders zoeken.
- Dat moet men met een lantaarntje zoeken.
- Een speld in een hooiberg zoeken.
- Spijkers op laag water zoeken.
- Men moet het vuur onder de as zoeken.
- De steen der wijzen zoeken.
- Hij wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten.
- Een dubbeltje.
- Dat is een dubbeltje op zijn kant.
- Hij moet ieder dubbeltje drie keer omkeren.
- Hij past goed op zijn dubbeltjes.
- Rijkdom en een dubbeltje kennen elkaar.
- Dat komt terecht beter dan de verzopen dubbeltjes.