Hij moet ieder dubbeltje drie keer omkeren.
Hij moet heel zuinig met zijn geld omgaan.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met moeten
Als je iets ruilt is er altijd één partij die beter af is.
Ook al is men onschuldig, er zal een schuldige aangewezen worden.
Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.
Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.
Dat is iets heel bijzonders.
Spreekwoorden met ieder
Als iedereen zijn eigen slechte eigenschappen zou verbeteren dan zou de wereld er een stuk mooier uit zien.
Iedereen houdt van zijn eigen land.
Ieder moet zijn deel krijgen.
Men zegt van een weduwe vaak dat zij een minaar heeft en snel weer gaat trouwen.
Iedereen heeft zijn eigen manier om dingen te doen.
Spreekwoorden met dubbeltje
Het is niet te zeggen of het goed of slecht afloopt.
Dat komt wel goed.
Tien cent.
Hij loopt voorovergebogen.
Hij is geen vrek maar let wel goed op zijn bestedingen.
Spreekwoorden met drie
Door frequent te verhuizen lijdt de inboedel schade.
Mensen vergeten opzienbarende dingen snel.
Je moet als gast niet te lang blijven.
Hij draagt de muts schuin.
Hij is erg kwaad.