Een stadspraatje duurt maar drie dagen.
Mensen vergeten opzienbarende dingen snel.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met dagen
Aan het einde van het jaar wordt het koud.
Je moet niet alles persé meteen willen afmaken.
Als je alsmaar plezier maakt kun je niet meer echt genieten als er een feest is.
Een dag die slecht begint hoeft nog geen slechte dag te zijn.
Je moet als gast niet te lang blijven.
Spreekwoorden met duren
Dat blijft tot vervelens toe maar doorgaan.
Er zijn altijd veel honden om het aas.
Een afgedwongen belofte houdt men niet langer dan noodzakelijk.
Uiteindelijk wordt bedrog toch gestraft.
Hij is niet zo slim.
Spreekwoorden met drie
Door frequent te verhuizen lijdt de inboedel schade.
Hij draagt de muts schuin.
Hij moet heel zuinig met zijn geld omgaan.
Je kunt beter iets langzaam goed doen dan haastig iets slecht afraffelen.