Spreekwoorden met moeten

Als je iets ruilt is er altijd één partij die beter af is.

Ook al is men onschuldig, er zal een schuldige aangewezen worden.

Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.

Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.

Dat is iets heel bijzonders.

Dat moet je promoten.

Daar kan ik niets meer aan veranderen.

De leukste meisjes gaan niet vaak uit.

Je moet als verkoper een verkoopprijs bekend maken zodat de koper een bod kan doen.

De machtige lui leven op kosten van de gewone man.

Ook met jongelui kan het slecht aflopen.

De jongst aanwezige moet het werk doen.

Ze heeft geen geld maar moet het van haar uiterlijk hebben.

Iemand wil nog blijven hangen terwijl de gast hem weg wil hebben.

Als oudste heb je de meeste ervaring en moet je dus het goede voorbeeld geven.

Er moet hem nog wat beschaving bijgeleerd worden.

Je moet vervelende familie-kwesties binnen de familie houden.

Zich gewonnen geven.

Dit moet gebeuren.

Als je iets gezamelijk onderneemt moet je je niet terugtrekken als er iets tegenzit.

Als je bang bent om aan iets te beginnen kun je het beter niet doen.

Je zult moeten werken voor de kost.

Als je voor het ongeluk bent geboren zul je ook niet veel geluk meemaken.

Als je in je leven wat wilt bereiken moet je hard werken.

Als je op jonge leeftijd te verkwistend bent geweest zul je er later last van krijgen.

Je moet het knolzaad in augustus (10 augustus is Sint-Laurens) zaaien anders ben je te laat.

Als je niet luistert dan krijg je straf.

Als je geen risico wilt lopen moet je ook niet aan een onderneming beginnen.

Als je met iets begonnen bent moet je het ook afmaken.

Als je aan iets begonnen bent moet je het ook afmaken.