Iemand op de vingers kijken.
Nauwgezet volgen hoe iemand te werk gaat.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Ik bijt mij liever de vingers.
- Brand je vingers niet.
- Hij zal er duim en vingers naar likken.
- Het geld glijdt hem door de vingers.
- Het is kwaad knijpen zonder vingers.
- Die roet handelt maakt zijn vingers vet.
- Snij je niet in de vingers.
- Iemand op de vingers tikken.
- Iemand in de vingers krijgen.
- De vingers jeuken mij.
- Bovenste beste Lieve vriend Brand je vingers niet.
- Hij wordt wijs als zijn vingers even lang zijn.
- Uit je doppen kijken.
- Iemand in de kaart kijken.
- De kat uit de boom kijken.
- Hij staat te kijken als malle Jan.
- Kassie kijken.
- Zuinig kijken.
- Koffiedik kijken.
- Hij is te lui om uit zijn ogen te kijken.
- Hij moet de paarden in het gat kijken.
- Hij komt pas kijken.
- Iemand de woorden uit de mond kijken.