Iemand op zijn dak krijgen.
Last krijgen van iemand.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met krijgen
Geef hem dat maar dan ben je van dat gezeur af.
In de pubertijd komen; een zwaardere stem krijgen.
De schade moeten betalen.
Een pak slaag krijgen.
De dwazen hebben geluk.
Spreekwoorden met dak
De leidinggevenden zijn het niet met elkaar eens.
Je moet vervelende familie-kwesties binnen de familie houden.
Er is teveel gezelschap die dingen horen die onder ons moeten blijven.
Je voelt je thuis toch het meest op je gemak.
Hij heeft een hele hoge hypotheek.