Iets met een half oog zien.
Iets zonder aandacht bekijken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Beloften half gedaan zijn haast in rook vergaan.
- Beter een half ei dan een lege dop.
- Goed geladen is half gereden.
- Horen zeggen is half gelogen.
- Stout gesproken is half gevochten.
- Goede moed is half teergeld.
- Het werk wel overleid is half voltrokken.
- Zoetjes geweigerd is half gegeven.
- Dat is hem een doorn in het oog.
- Een kwaad oog op iemand hebben.
- Het laken door het oog van de schaar halen.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Het is een lust voor het oog.
- Het Boze Oog.
- Het oog ziet altijd van zich af.
- Het oog was groter dan de maag.
- Oog [Ook] om oog en tand om tand.
- Het oog wil ook wat hebben.
- Uit het oog uit het hart.
- Het oog van de meester maakt het paard vet.
- Het oog van de meester maakt de paarden vet.
- Oog om oog en tand om tand.
- Het oog sluiten voor iemands tekortkomingen.
- Een oog in het zeil houden.
- Wat het oog niet ziet deert het hart niet.
- Hij heeft Schiedam in het oog.
- Dat past als een vuist op een oog.
- Ik waag er een oog aan.
- Hij gunt hem het wit in zijn oog niet.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.