Kant en klaar.
Het is helemaal gereed.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De boel is aan kant.
- Dat is een dubbeltje op zijn kant.
- Haring in het land dokter aan de kant.
- Zich van kant houden.
- Zich van kant maken.
- Van kant raken.
- Dat raakt kant noch wal.
- Hij roeit de ene kant op en ziet de andere kant uit.
- De schijven op zijn kant zetten.
- Het is klaar als de dag.
- Eerst het kooitje klaar en dan het vogeltje erin.
- Klaar is Kees.
- Lichtmis helder en klaar geeft een goed bijenjaar.
- Spreek wat waar is drink wat klaar is eet wat gaar is.
- Hij is van zessen klaar.