Dat raakt kant noch wal.
Dat is helemaal verkeerd.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De boel is aan kant.
- Dat is een dubbeltje op zijn kant.
- Haring in het land dokter aan de kant.
- Zich van kant houden.
- Zich van kant maken.
- Van kant raken.
- Kant en klaar.
- Hij roeit de ene kant op en ziet de andere kant uit.
- De schijven op zijn kant zetten.
- Hij weet dag noch uur.
- Hij weet van dag noch datum.
- Hij weet van haar noch pluim.
- Iemand van haar noch pluim kennen.
- Hij komt in kerk noch kluis.
- Hij heeft kind noch kraai.
- Hij heeft kruis noch munt.
- Daar helpt lezen noch bidden aan.
- Er is geen kracht noch heerlijkheid aan.
- Hij weet van pomp noch pompstok.
- Daar is staak noch boom te zien.
- Dat is staart noch steel.
- Het tij gaat zijn keer het past op prins noch heer Je moet de gelegenheid benutten als hij komt.
- Hij heeft zin noch wit.
- Hij raakt in de klem.
- Hij raakt uit de klem.
- Zijn schip raakt in de lij.
- Hij raakt van zijn stuk.
- De tong raakt los.
- Hij is aan lager wal geraakt.
- Aan lager wal geraken.
- Dure schepen blijven aan wal.
- Vuur aan wal is nog geen baken.
- Hij stak van wal.
- Zo u de wal begeeft houdt u dan aan het vlotgras.
- De wal keert het schip.
- Iemand van de wal in de sloot helpen.