Waar werk is is ook honig.
Als er werk is kun je ook iets verdienen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Schone appels zijn ook wel zuur.
- jou ook behandelen.
- Ook de beste boom geeft slechte vruchten.
- Je moet ook aan de dag van morgen denken.
- Wacht-een-beetje is ook een dorp.
- Wie mee eten wil moet ook mee dorsen.
- Garnaal is ook vis als er anders niet is.
- Oude peerden zijn ook geern gekamd.
- Waar geen haar groeit groeien ook geen hersens.
- Waar kikkers zijn daar is ook water.
- Ook een kleinigheidje wil nog wel bijdragen.
- Die de koe trouwt heeft ook het kalf.
- Kruimels is ook brood.
- Het is daar ook niet het land van belofte.
- Ook een lange metworst is te korten.
- hoe onbelangrijk dit ook mag zijn.
- Oog [Ook] om oog en tand om tand.
- Het oog wil ook wat hebben.
- Waar oud hooi is daar is ook oud geld.
- Peerden vallen ook al hebben ze vier poten.
- Met een pet op je test kom je er ook best.
- Als het schip zinkt dan zinkt ook de lading.
- Een speld heeft ook een kop.
- in de toekomst ook niet vertrouwen.
- Ook met vleien en smeken zal je dat niet lukken.
- Vlieg wil ook vogel zijn.
- De laatste schuit moet ook vracht hebben.
- Vrouwen volgen de mode hoe gek ook.
- Vuil water blust ook vuur.
- Dat is ook niet bij zijn wieg gezongen.
- Waar een wil is is ook een weg.
- Een goed zeeman wordt ook wel eens nat.
- Na gedane arbeid [werk] is het goed rusten.
- Een goed begin is het halve werk.
- Bergen werk verzetten.
- Boffen en blazen werk van dwazen.
- Hij vindt een haar in het werk.
- Vele handen maken licht werk.
- Veel handen maken licht werk.
- Geen werk zonder honing.
- In de kerk is altijd werk.
- De kroon op het werk zetten.
- Hij krijgt loon naar werk.
- Ga tot de mieren gij luiaard! Ga aan het werk.
- De morgen doet het werk.
- Dat is onbegonnen werk.
- Overleg is het halve werk.
- Sterven is geen verloren werk.
- Verandering van werk is rust in de lenden.
- Vuur en liefde trekken sterk en beletten menig werk.
- Hij gaat te werk volgens de wet en de profeten.
- Goede alm maakt goed werk.
- Morgenwerk gulden werk.
- Geen honing zonder werk.
- Zonder werk geen honig.
- Met dat werk heeft hij een eerzuil opgericht.
- Een nieuw werk op stapel zetten.
- Het einde kroont het werk.
- Het werk wordt afgeroffeld.
- Het werk wordt met de Franse slag gedaan.
- Werk maken van iets.
- Het werk wel overleid is half voltrokken.
- Iemand werk uit handen nemen.
- Veel werk en weinig honing.
- Aan het werk kent men de meester.
- Het werk loont zijn meester.
- Het werk prijst zijn meester.
- Waar het werk bij het vuur ligt is brand te vrezen.
- Er is werk aan de winkel.