Spreekwoorden over Werk
Samen moeten werken met iemand die je niet mag.
Je kunt aan het resultaat vaak zien wie het werk heeft gedaan.
Als de avondklok (of moderner: fabrieksfluit) te horen is dan zit het werk erop en mag je naar huis.
Als je werkt dan verdien je.
Door hard te werken verdien je je geld.
Met zwaar lichamelijk werk bereik je niet veel in deze wereld.
Doe het werk in overleg anders zou het wel eens verkeerd kunnen gaan.
Als je niet wilt werken word je op den duur arm.
Totaal nutteloos werk doen.
Veel werk verrichten.
Dat is veel werk.
Dat is onbegonnen werk.
Daar heeft hij hard voor moeten werken of studeren.
Dat is geld waarvoor hard is gewerkt.
Dat is geld waarvoor hard is gewerkt.
Verder gaan met het werk.
De jongst aanwezige moet het werk doen.
Het werk op een hele mooie manier afsluiten.
De laatste details van het werk afronden.
Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.
Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.
Stoppen met werken.
Je zult moeten werken voor de kost.
Je zult moeten werken voor de kost.
Stoppen met werken.
Je zult moeten werken voor de kost.
Je moet niet al te hard werken.
Je moet sneller werken.
Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat het uiteindelijk werk vaak sneller verloopt.
Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat het uiteindelijk werk vaak sneller verloopt.
Een lui man ziet op tegen werken.
Een lui man ziet op tegen werken en verzint als eerste een excuus om niet te hoeven werken.
Je zult moeten werken voor de kost ( en je kleren)
Als je niet snel werkt maar wel rustig blijft doorwerken dan kom je er ook wel.
Je zult moeten werken voor de kost.
Door gestaag werken kan uiteindelijk toch veel bereikt worden.
Je kunt altijd nog wel ergens werk vinden.
Met alle mogelijke middelen eraan werken.
Zelfs uit het vervelendste werk valt wel wat voordeel te behalen.
Iedereen wil graag waardering voor zijn werk hoe onbelangrijk dit ook mag zijn.
Elk werk levert je wel een beloning op.
Als er maar voldoende geld tegenover staat worden zelfs de meest vervelende klus aangenaam.
Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat het werk beter verloopt.
Je zult moeten werken voor de kost.
Je zult moeten werken voor de kost.
Als je een goed vakman bent kun je altijd wel aan werk komen.
Ik kan niet gemakkelijk geld uitgeven want ik moet er hard voor werken en heb niet zoveel.
Je kunt beter gezond zijn en moeten werken dan ziek te bed liggen.
Het is een langdurend en precies werk.
Het is onzinnig werk.
Een goede beloning maakt vervelend werk draagbaar.
Iemand die vakwerk aflevert wordt daar uiteindelijk ook voor beloond.
Aan het resultaat van iemands werk kun je zien of het door een vakman is gemaakt of niet.
Door de dingen van te voren goed te overleggen vlot het werk beter.
Je zult moeten werken voor de kost.
Je kunt duidelijk zien dat dat werk van hem is.
Hij heeft prutswerk afgeleverd.
Hij wil niet werken.
Hij is gestopt met werken.
Hij werkt niet op een werkdag.
Hij heeft genoeg geld om niet meer te hoeven werken.
Hij is een kantoor medewerker.
Hij houdt niet van werken.
Hij is gestorven tijdens de uitoefening van zijn werk.
Hij werkt niet graag.
Hij kan fysiek het werk niet meer aan.
Hij werkt bij de boer.
Hij moet bij de boer werken.
Hij moet heel hard werken.
Hij wil niet werken.
Hij werkt erg hard.
Hij werkt erg traag.
Hij is steeds aan het werk.
Hij probeert zich met een excuus aan het werk te onttrekken.
Je kunt een vervelend werk maar het beste meteen als eerste aanpakken.
De grootste praatjesmakers doen vaak het minste werk.
Iemand aansporen om harder te werken.
Iemand steeds maar weer aanmanen tot harder werken.
Iemand werkloos maken.
Iemand helpen door een gedeelte van het werk te doen.
Ik moet ook hard werken voor de koste en geef dus niet zomaar alles weg.
Ik kan niet gemakkelijk geld uitgeven want ik moet er hard voor werken en heb niet zoveel.
Ik stop met werken.
Steeds maar weer hetzelfde geestdodende werk verrichten.
Het loon is afhankelijk van het werk wat je doet.
Als je niet veel werkt zul je ook niet veel verdienen.
Zolang je werkt word je gewaardeerd maar als je op bent word je als oud vuil afgedankt.
Je moet iemand niet te zwaar belasten met werk.
Je moet iemand geen werk opdragen waartoe hij niet in staat is.
Als je maar rustig blijft doorwerken komt het karwei uiteindelijk af.
Als je bij iemand werkt brengt heeft dit vaak zijn bijkomende voordelen.
Heel erg hard werken voor een schamel loon.
Een slechte voorbereiding zorgt ervoor dat het uiteindelijk werk vaak slecht verloopt.
Als je lui bent moet je niet teveel willen want je zult moeten werken voor de kost.
Luie mensen vinden al snel dat iets klaar is om maar zo kort mogelijk te hoeven werken.
Als je niet wilt werken word je op den duur arm.
Je hebt meer aan een goede werkman dan aan een amateur.
Zolang je kunt werken moet je dit doen.
Ieder werk moet op de juiste manier gedaan worden.
Met dat werk heeft hij veel goodwill gekweekt.
Door gestaag werken kan uiteindelijk toch veel bereikt worden.
Het is moeilijk om aan iets te werken met mensen die er geen verstand van hebben.
Als je hard werkt en op tijd begint bereik je veel.
Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.
Als het werk klaar is geniet je meer van een welverdiende rust.
Geen werk kunnen krijgen.
Overbodig werk verrichten.
Iemand helpen met zijn werk.
Een zwaar werk doen waar weinig mee wordt verdiend.
Door de dingen van te voren goed te overleggen vlot het werk beter.
Met alleen maar praten gebeurt er niets; het komt op het werken aan.
Mensen die snel werken eten ook snel.
Als je te lang niet meer werkt kun je het ook niet meer goed doen.
Mensen die langzaam eten werken ook langzaam.
Tijdens het werk moet je niet praten want dan gaat het fout.
Nutteloos werk uitvoeren.
Je zult moeten werken voor de kost.
Hij is van onderaf begonnen en heeft zich opgewerkt tot een hoge positie.
Als je veel hulp krijgt is het werk sneller en gemakkelijker klaar.
Door gestaag werken kan uiteindelijk toch veel bereikt worden.
Door iets gezamelijk aan te pakken is het werk sneller klaar.
Erg omslachtig werken.
Als je te snel werkt dan lever je een slechte kwaliteit af.
Om goed te kunnen werken heb je goed gereedschap nodig.
Tijdens het werk moet je niet praten want dan gaat het fout.
Als er gewerkt wordt worden er ook fouten gemaakt.
Je moet kunnen eten op je werk.
Als er werk is kun je ook iets verdienen.
Heel hard werken.
Heel erg hard werken.
Heel rustig en ontspannen werken.
Als je werk voor iemand verricht heb je vaak bepaalde voordelen hiervan.
Je zult moeten werken voor de kost.
Ze werken heel erg hard.
Zich uit de naad werken.
Op werk dat je op zondag verricht rust geen zegen; zondag is immers de rustdag.
Om te kunnen werken moet je genoeg gegeten hebben.
Als er geen werk is kun je ook niets verdienen.