Een lui lijf en een warm bedde zijn goede vrienden.
Een lui man ziet op tegen werken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Kwade gezelschappen bederven goede zeden.
- Beproeft alle dingen en behoudt het goede.
- Dat is een goede plaats voor drinkers.
- Goede raad is duur.
- Effen rekeningen maken goede vrienden.
- Met geld en goede woorden krijgt men veel gedaan.
- Een goede naam is geld waard.
- Een goede vrouw is zonder hoofd.
- Een goede gevel versiert het huis.
- Goede waar wenkt de kopers.
- Een goede dam leggen.
- Zijn naam heeft een goede klank.
- Een goede waterhond ontziet geen modderige sloot.
- Een goede ziel weet van stenen brood te maken.
- Goede moed is half teergeld.
- Kwade samensprekingen verderven goede zeden.
- Kwade zedesprekingen verderven de goede zeden.
- Een goede haan is niet vet.
- Goede alm maakt goed werk.
- Een goed woord vindt een goede plaats.
- Goede waar prijst zich zelf.
- Als de voorspoed faalt falen de vrienden.
- Er gaan niet veel vrienden in een klein huis.
- Het zijn dikke vrienden.
- Vrienden van vriendswege.
- Vrienden als David en Jonathan.
- Vrienden in de nood honderd in een lood.
- Dat zijn vrienden als olifanten.
- Het zijn vrienden als Herodes en Pilatus.
- Blijf van mijn lijf.
- Hij heeft een hart in het lijf.
- Een hartig woord houdt een kerel van het lijf.
- Zich de darmen uit het lijf lopen.
- Hij heeft zijn lijf geborgen.
- Aan mijn lijf geen polonaise.
- Iemand bij het lijf nemen.
- Iemand te lijf gaan.
- Het hangt aan zijn lijf als aan een kapstok.
- Het vege lijf redden Zich in veiligheid brengen.
- Een bekende tegen het lijf lopen.
- Zijn maag [lijf] op de leest zetten.
- Dat was een rib uit mijn lijf.
- Iemand de stuipen op het lijf jagen.
- Ze vroegen hem het hemd van het lijf.
- Hoe lichter land hoe lozer lui.
- Hij is liever lui dan moe.
- Hij is te lui om uit zijn ogen te kijken.
- Lui en lekker geen ding gekker.
- Een lui man houdt niet van werken.
- Een lui man ziet op tegen werken.
- Lui zweet is gauw gereed.
- Wijs bij de lui mal om een hoekje.
- De grond werd hem te warm onder de voeten.
- Iemand het hoofd warm maken.
- Koud bier maakt warm bloed.
- Het pad warm houden.
- Zich ergens warm voor maken.
- Iets warm houden.
- Warm worden.
- Een warm man is een vaste man.
- Waar het warm is is het goed vrijen.