Een hartig woord houdt een kerel van het lijf.
Door resoluut en fier te spreken zal men je uit angst niet snel aanvallen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Blijf van mijn lijf.
- Hij heeft een hart in het lijf.
- Zich de darmen uit het lijf lopen.
- Hij heeft zijn lijf geborgen.
- Aan mijn lijf geen polonaise.
- Iemand bij het lijf nemen.
- Iemand te lijf gaan.
- Het hangt aan zijn lijf als aan een kapstok.
- Het vege lijf redden Zich in veiligheid brengen.
- Een bekende tegen het lijf lopen.
- Een lui lijf en een warm bedde zijn goede vrienden.
- Zijn maag [lijf] op de leest zetten.
- Dat was een rib uit mijn lijf.
- Iemand de stuipen op het lijf jagen.
- Ze vroegen hem het hemd van het lijf.
- Dat is een buffel van een kerel.
- Hij is een hoekse kerel.
- Die kerel is het doodschieten nog niet waard.
- Die kerel is het doodschoppen nog niet waard.
- Een kerel als Kas.
- Een kerel van de vlakte.
- Een groot woord houdt een kerel van de huid.
- Je moet de daad bij het woord voegen.
- Daar is geen woord Frans bij.
- Het valt er in als God woord in een ouderling.
- Een haastig woord is gauw gezegd.
- Een man een man een woord een woord.
- Een spreekwoord is een waar woord.
- het Vlaamse woord voor kikker) Snacken.
- Het hoogste woord voeren.
- Wiens brood men eet diens woord men spreekt.
- Hij blijft bij zijn woord als de haas bij de trommel.
- Dat kost hem maar één woord.
- Hij heeft een woord bij hem in het vat.
- Hij heeft daar een woord in het vat.
- Hij is op het woord.
- Een goed woord baat een kwaad woord schaadt.
- Het hoge woord is er uit.
- Een goed woord vindt een goede plaats.
- Het woord van één is het woord van geen.
- Woord houden.
- Je woord breken.
- Iemand te woord staan.
- Het woord gaat verder dan de man.
- Een zot zegt wel een wijs woord.