Een groot woord houdt een kerel van de huid.
Met dreigende taal kun je vaak bereiken dat een ander je niet aan durft te pakken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij is bang voor zijn huid.
- Iemand de huid vol schelden.
- Met huid en haar opeten.
- Ergens zijn huid aan wagen.
- Zij trachtten hun huid zo duur mogelijk te verkopen.
- Veel beekjes maken een groot water.
- Boompje groot potertje dood.
- Kleine boompjes worden groot.
- Zij heeft de boter groot.
- Is de brok groot men moet er de mond naar zetten.
- Hij heeft het grof en groot.
- Kleine kinderen worden groot.
- Dat is groot laweit in een klein straatje.
- Een groot verzet rijden.
- Een klein schip doet een groot schip zinken.
- Sparen is een groot inkomen.
- Een klein standje is een groot gemak.
- Des vorsten hand Is zo groot als het land.
- Als de vriendschap te groot is loopt ze over.
- Groot in de wapens klein in de beurs.
- Dat is een buffel van een kerel.
- Een hartig woord houdt een kerel van het lijf.
- Hij is een hoekse kerel.
- Die kerel is het doodschieten nog niet waard.
- Die kerel is het doodschoppen nog niet waard.
- Een kerel als Kas.
- Een kerel van de vlakte.
- Je moet de daad bij het woord voegen.
- Daar is geen woord Frans bij.
- Het valt er in als God woord in een ouderling.
- Een haastig woord is gauw gezegd.
- Een man een man een woord een woord.
- Een spreekwoord is een waar woord.
- het Vlaamse woord voor kikker) Snacken.
- Het hoogste woord voeren.
- Wiens brood men eet diens woord men spreekt.
- Hij blijft bij zijn woord als de haas bij de trommel.
- Dat kost hem maar één woord.
- Hij heeft een woord bij hem in het vat.
- Hij heeft daar een woord in het vat.
- Hij is op het woord.
- Een goed woord baat een kwaad woord schaadt.
- Het hoge woord is er uit.
- Een goed woord vindt een goede plaats.
- Het woord van één is het woord van geen.
- Woord houden.
- Je woord breken.
- Iemand te woord staan.
- Het woord gaat verder dan de man.
- Een zot zegt wel een wijs woord.