Wie appelen vaart die appelen eet.
Als je werk voor iemand verricht heb je vaak bepaalde voordelen hiervan.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- In de nood eet de Duivel vliegen.
- Hij eet dat hij zweet en arbeidt dat hij kou lijdt.
- Hij eet met lange tanden.
- Hij eet mee uit de grote pot van Egypte.
- Men eet om te leven maar men leeft niet om te eten.
- Hij eet met vuile lepels.
- Hij eet zoveel als zijn paardje trekken kan.
- Dat eet geen brood.
- Hij eet een bord wasem zonder mes.
- Eet veel korsten dat geeft dikke borsten.
- Hij eet met de tien geboden.
- Bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien.
- Die meest hazen schiet eet er minst.
- Hij praat met zijn mond daar een ander mee eet.
- Dat is een profeet die brood eet.
- Hij droomt van schol maar hij eet graag platvis.
- Spreek wat waar is drink wat klaar is eet wat gaar is.
- Wat de vrouw graag mag eet de man elke dag.
- De appel valt niet ver van de boom [stam].
- De appel smaakt bomig.
- Schone appels zijn ook wel zuur.
- Appels voor citroenen verkopen.
- Dat zijn appels op gouden benen.
- Een appeltje voor de dorst hebben.
- Een appeltje met iemand te schillen hebben.
- Hij is er gezien als een rotte appel bij de fruitvrouw.
- Die zijn lichaam bewaart bewaart geen rotte appel.
- Iemand liefhebben als de appel zijner ogen.
- Daar komt een schip met zure appels.
- Een schip met zure appels.
- Zijn woorden zijn gouden appelen in zilveren schalen.