Zich scheel betalen.
Heel erg veel moeten betalen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Iemand met bedstro betalen.
- Dat is met geen goud te betalen.
- Waar broeken zijn betalen geen doeken.
- Het gelag moeten betalen.
- Met gesloten beurs betalen.
- Hij moest leergeld betalen.
- Wie de ruiten breekt moet ze betalen.
- Hij moet schot en lot betalen.
- Schot en lot betalen.
- Spitten en delven betaalt zich zelven.
- Hij moest de tol aan de natuur betalen.
- Hij betaalt met een wissel op de eeuwigheid.
- Hij kijkt scheel van de honger.
- Hij kijkt scheel.
- Hij ziet scheel.
- Beter scheel als blind.