Hij moest de tol aan de natuur betalen.
Hij is gestorven.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Iemand met bedstro betalen.
- Dat is met geen goud te betalen.
- Waar broeken zijn betalen geen doeken.
- Het gelag moeten betalen.
- Met gesloten beurs betalen.
- Hij moest leergeld betalen.
- Wie de ruiten breekt moet ze betalen.
- Zich scheel betalen.
- Hij moet schot en lot betalen.
- Schot en lot betalen.
- Spitten en delven betaalt zich zelven.
- Hij betaalt met een wissel op de eeuwigheid.
- Hij is zo dronken als een tol.
- Hij heeft zijn tol aan Neptunis betaald.
- Laat hem zijn tol maar uittollen.
- Het kalf moet uit zijn natuur dansen.
- De natuur gaat boven de leer.
- De natuur gaat boven is sterker dan de leer.
- Zout en zuur krenkt de natuur.
- Hij moest het loodje leggen.
- Zij moest in de tinkast zitten.
- Hij moest er een veer laten.