Hij hoort niet bij de groep.
Dat is iemand die niet thuis hoort in de groep.
Het is een vreemd persoon.
Iets door buitenstaanders laten doen.
Hij is een indringer.
Kinderen luisteren vaak beter naar een vreemde dan naar hun eigen ouders.
Hij is een raar persoon.
Je moet dingen niet aan een ander overlaten.