Als dat ei breekt zal het stinken.
Als die vriendschap wordt verbroken zullen er vele verwijten gemaakt worden.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een kus zonder baard is een ei zonder zout.
- Hij is uit een ander ei gebroed.
- Beter een half ei dan een lege dop.
- Hij heeft een ei op.
- Hij heeft het ei met de kip gekregen.
- Ergens ei of kuiken van willen hebben.
- Met een ei zitten.
- Dat is het ei van Columbus.
- Het ei is vuil bij haar.
- Het ei wil beter wezen dan de hen.
- Het ei wil wijzer zijn dan de kip.
- Bij haar kan men een ei in haar gat gaar koken.
- Het is koek en ei tussen die twee.
- Kwaad ei kwaad kuiken.
- Hij is een onzeker ei.
- Hij is pas uit het ei gekropen.
- Hij is een zacht gekookt ei.
- Hij is zo zalig als een ei.
- Hij komt met het zout als het ei op is.
- Van boven blinken van onder stinken.
- Het ijs breken.
- Eendracht maakt macht tweedracht breekt kracht.
- Hij kan het geld met een hamer breken.
- Geld geweld en gunst breken recht zegel en kunst.
- Geluk en glas breekt even ras.
- Zilveren hamer breekt ijzeren deuren.
- Als het huis gebouwd is breekt men de stelling af.
- Nood breekt ijzer.
- Niemand kan ijzer met handen breken.
- Lieve kinderen mogen wel een potje breken.
- Nu breekt mijn klomp! Dit had ik nooit verwacht.
- Koop breekt geen huur.
- Koop breekt huur.
- Met iemand een lans breken.
- Voor iemand een lans breken.
- Iemand de nek breken.
- Die de pot breekt betaalt de scherven.
- Hij kan er een potje breken.
- Wie de ruiten breekt moet ze betalen.
- De vrouw bouwt het huis of breekt het in gruis.
- Nood breekt wet.
- Je woord breken.
- Een goed woordeken breekt grote gramschap.
- Veel woorden de nek breken.
- Te veel zorg breekt het glas.