Die in de wijngaard werkt mag van de druiven eten.
Je moet kunnen leven van het beroep dat je uitoefent.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Met Adamsvorken eten.
- Het brood der dienstbaarheid eten.
- Hij moet droog brood eten.
- Men eet om te leven maar men leeft niet om te eten.
- Dat is het eieren eten niet.
- Wie mee eten wil moet ook mee dorsen.
- Men moet eten wat de kok schaft.
- Men moet eten wat men lust en lijden wat men kan.
- De grote vissen eten de kleine.
- Eten als een delver.
- Eten van de verboden vrucht.
- Eten als een wolf.
- De ganzen geloven niet dat de kiekens hooi eten.
- Die knollen wil eten moet Sint-Laurens niet vergeten.
- De koeien eten met vijf monden.
- Ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wilt.
- Zijn koren groen eten.
- Bij kleine lapjes leert men een hond leer eten.
- Het leven heeft meer in dan eten en drinken.
- Laat ons eten en drinken want morgen sterven wij.
- Iemand de oren van het hoofd eten.
- Waar het peerd gebonden is moet het eten.
- De rijpe peren eten de slekken.
- Roet in het eten gooien.
- Je kunt daar van de stenen [vloer] eten.
- Tranenbrood eten.
- Vader wordt veelal gebeden voor het eten.
- Verandering van spijs doet eten.
- Je kunt er van de vloer eten.
- Hij wil van twee wallen eten.
- Wiens brood men eet diens woord men spreekt.
- Dominees en kosters werken niet echt.
- Op iemands eergevoel werken.
- Op iemands gemoed werken.
- Hij laat zijn hersens werken.
- Waar de lippen werken daar rusten de handen.
- Een lui man houdt niet van werken.
- Een lui man ziet op tegen werken.
- Ergens met man en macht aan werken.
- Hij heeft de paal door de oven gewerkt.
- Zich het rambam werken.
- Hij is een vijand van werken.
- Hij moet werken zonder genade.
- Een mens moet werken voor de brok en voor de rok.
- Men moet werken zolang het dag is.
- Je zult moeten werken voor de kost.
- Ze werken elkaar in de hand.
- Werken op zijn zeven gemakken.
- De werken der duisternis.
- Werken als een galeislaaf.
- Ze werken als gekken.
- Werken als een ploegpaard.
- De druiven zijn zuur zei de vos.
- Kleine vossen bederven de wijngaard.