Een spaak [stok] in het wiel steken.
Ervoor zorgen dat iets niet doorgaat.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met steken
Dat is veels te duur.
Spijbelen van school.
Door de voorspoed wordt hij trots en arrogant.
Hij kan niet omgaan met de weelde.
Iets of iemand bespottelijk maken.
Spreekwoorden met stok
Als je niet naar de argumenten wil luisteren dan kan ik ook straffen.
Je kunt altijd merken wat iemand zijn afkomst is.
Vroeg gaan slapen/naar bed.
Als je iets tegen iemand wil doen kun je altijd wel iets bedenken.
Ze hebben ruzie met elkaar.