Wie een hond wil slaan kan licht een stok vinden.
Als je iets tegen iemand wil doen kun je altijd wel iets bedenken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Ergens acht op slaan.
- Iemand bont en blauw slaan.
- Zich op de borst slaan.
- Iemand in het gareel slaan.
- De hand aan de ploeg slaan.
- De handen ineen slaan.
- Iemand in de ijzers slaan.
- Iets op zijn kaak slaan.
- Ergens kopij uit slaan.
- Iets kort en klein slaan.
- Iemand lens slaan.
- Iemand tot moes slaan.
- Ergens munt uit slaan.
- Dat paard zal mij niet weer slaan.
- Ergens een slaatje uit slaan.
- Zijn slag slaan.
- Ergens een slag naar slaan.
- Ze slaan op de grote trom.
- De spijker op de kop slaan.
- Spijkers met koppen slaan.
- De verzenen tegen de prikkels slaan.
- Hij is er niet weg te slaan.
- Tegen de wereld slaan.
- Vele handen maken licht werk.
- Veel handen maken licht werk.
- Het huis is licht en dicht.
- Grote lantaarn klein licht.
- De lamp geeft weinig licht.
- Hij is een lantaarn zonder licht.
- Er ging hem een licht op.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Men moet zijn licht niet onder de korenmaat zetten.
- Een oude vogel is niet licht te vangen.
- Een oude rat vindt licht een gat.
- Iets licht opvatten.
- Het licht zien.
- Hij is licht te belezen.
- Iemands licht betimmeren.
- Het is licht dansen op andermans vloer.
- Hij licht de hielen.
- Licht land loos volk.
- Dat is zo licht als een pluim.
- Laat uw licht schijnen voor de mensen.
- Iemand in het licht staan.
- Iemand het licht uitblazen.
- Op oud ijs vriest het licht.
- Wie met pek omgaat wordt licht [ermee] besmet.
- Het is tijd dat ik mijn anker licht.
- Een vos is niet licht met één strik te vangen.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.
- Diepe zwemmers licht te grond.
- Het is een slechte hond die zijn brood pakken laat.
- Hij is van de brouwer zijn hond gebeten.
- Hij is de gebeten hond.
- Het haar van de hond erop.
- Een haastige hond werpt blinde jongen.
- Hij kan hond nog stront zeggen.
- Hij kijkt als een hond op een zieke koe.
- Daar ligt de hond begraven.
- Hoe ruiger hond hoe meer vlooien.
- De hond zit hem op de tas.
- De hond in de pot vinden.
- Die bij de hond slaapt betrapt van zijn vlooien.
- Een hond is stout op zijn eigen dam.
- Jaag een hond weg je krijgt een rekel weer.
- Dat kan kat nog hond verstaan.
- Het krullen van de steert is het fatsoen van de hond.
- Bij kleine lapjes leert men een hond leer eten.
- Leven als kat en hond.
- Wat men spaart uit de mond dat is voor kat of hond.
- Hij heeft een neus als een hond.
- Hij werd ontvangen als een hond in een kegelspel.
- Twaalf boeren en een hond zijn dertien rekels.
- Hij is er zo welkom als een hond in de keuken.
- Een blode hond wordt zelden vet.
- Hij is zo ziek als een hond.
- Hij kan zijn draai niet vinden.
- Dat kan in zijn ogen geen genade vinden.
- Het is te vinden als een naald in een voer hooi.
- Het is te vinden als een snoek op zolder.
- De waarheid kan geen herberg vinden.
- Weerklank vinden.
- Zoekt en gij zult vinden.
- Ze hebben het met elkaar aan de stok.
- Met de kippen op stok gaan.
- Een spaak [stok] in het wiel steken.
- Hij kan een stok in zijn keel steken.
- De stok staat achter de deur.
- De wijn smaakt altijd naar de stok.