Spreekwoorden met slaan
24 spreekwoorden gevonden
1 - 24 van 24Dat zal mij niet weer gebeuren.
Verder gaan met het werk.
Samenwerken.
Precies datgene zeggen waar het om gaat.
Zich ergens tegen verzetten terwijl het geen nut heeft.
Iets goed in de gaten houden.
Ergens een voordeel uit weten te behalen.
Ergens naar raden.
Ergens voordeel uit halen.
Ergens voordeel uit slaan.
Hij wil er heel erg graag blijven.
Iemand in elkaar slaan.
Iemand de handboeien omdoen.
Iemand dwingen om voor je te werken.
Iemand beurs slaan.
Iemand helemaal in elkaar slaan.
Iets helemaal vernielen.
Iets stiekem wegnemen.
Precies datgene zeggen / doen waar het om gaat.
Flauwvallen.
Als je iets tegen iemand wil doen kun je altijd wel iets bedenken.
Ze maken veel ophef.
Trots zijn op iets dat je goed hebt gedaan.
Gebruik maken van een gunstige gelegenheid.