Zijn slag slaan.
Gebruik maken van een gunstige gelegenheid.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met slaan
Dat zal mij niet weer gebeuren.
Verder gaan met het werk.
Samenwerken.
Precies datgene zeggen waar het om gaat.
Zich ergens tegen verzetten terwijl het geen nut heeft.
Spreekwoorden met slag
Als je ziek bent kun je altijd nog beter worden.
Ergens ervaring mee hebben.
Het is een aktie zonder effect.
Het werk wordt afgeraffeld.
Hij kan nog terug / Hij vertelt nog niet alles.