Het dunkt elke uil dat zijn jong een valke is.
Iedereen vindt zijn eigen werk / kind het best.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Men moet de boom buigen als hij jong is.
- Jong geleerd [gewend] oud gedaan.
- Jong getrouwd is jong berouwd.
- Jong een hoer oud onder de preekstoel.
- Die jong rijdt moet oud lopen.
- Wie jong rijdt moet oud lopen.
- Die jong spaart lijdt oud geen gebrek.
- Beter jong gestorven Als oud bedorven.
- Het is een goed jong dat naar zijn ouder tiert.
- Kinderen zijn nog te jong voor drank.
- Jong een hoveling oud verschoveling.
- Wie niet oud wil worden moet zich jong ophangen.
- Jong en oud op het eind wordt alles koud.
- Wat oud is knort graag; wat jong is speelt graag.
- Jong te paard [peerd] oud te voet.
- Men moet het takje buigen als het jong is.
- Hij is zo dronken als een uil.
- Hij staaroogt als een uil in de zon.
- Elk meent zijn uil een valk te zijn.
- Hij ziet er uit als een uil in doodsnood.
- Net bij kuis en vet bij vuil valke bij valke en uil bij uil.