Het is moeilijk de oude mens af te leggen.
Het is niet zo makkelijk om slechte gewoontes te verbeteren.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De nieuwe mens aandoen.
- De oude mens afleggen.
- De mens zal bij brood alleen niet leven.
- Geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek.
- Een gewaarschuwd man [mens] geldt [telt] voor twee.
- De mens wikt maar God beschikt.
- Een mens moet zijn handen kunnen gebruiken.
- Een haspel van een mens.
- De mens heeft maar een kort leven.
- Een mens krijgt kracht naar kruis.
- Geen mens is zijn eigen maker.
- Een mens zonder verbeelding is niets.
- Vis laat een mens zoals hij is.
- Een mens moet werken voor de brok en voor de rok.
- Iets aan banden leggen.
- Je moet de bijl aan de wortel leggen.
- Botje bij botje leggen.
- Iemand in de doeken leggen.
- De hand op iets leggen.
- De hand op de mond leggen.
- Op iemands handen leggen.
- Iemand het hoofd voor de voeten leggen.
- Hutje bij mutje leggen.
- Iemand lagen leggen.
- De laatste hand aan iets leggen.
- Een goede dam leggen.
- Hij moest het loodje leggen.
- Iemand in de luren leggen.
- Het mes bij iemand leggen.
- Een pleister op de wonde leggen.
- De sleutel op de kist leggen.
- Stro op de kist leggen.
- De vinger leggen op de wonde plek.
- Iemand het vuur aan de schenen leggen.
- Iemand in de watten leggen.
- Iemand geen grasje in de weg leggen.
- Iemand geen haarbreed in de weg leggen.
- Woorden dat is niets de eenden leggen de eieren.
- Tussen doen en zeggen lange mijlen leggen.
- Een reef in het zeil leggen.
- Ergens de Franse zweep over leggen.
- Hij zit in een lastig [moeilijk] parket.
- Oude honden leren moeilijk een pootje geven.
- Het is moeilijk alle hoofden in één zak te krijgen.
- Het is moeilijk oude apen leren muilen maken.
- Het is moeilijk kromhouten rechten.
- Verloren eer keert moeilijk weer.