Het vriest steen en been.
Het vriest heel erg hard.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De steen des aanstoots.
- Een steen in zijn boezem dragen.
- De gestage drup holt de steen uit.
- Er is een steen van zijn hart gevallen.
- Hij heeft een hart van steen.
- Van zijn hart een steen maken.
- Dat is een huishouden van Jan Steen.
- Het is een huishouden van Jan Steen.
- De een roept kalk en de ander om steen.
- Kalk en steen metstelt wel.
- Hij is zo koud als een kommetje van steen.
- Steen en been klagen.
- Dat ligt hem als een steen op de maag.
- De steen der wijzen zoeken.
- Iemand beentje lichten.
- Hij is een blok aan het been.
- Dat is een blok aan zijn been.
- Een boer steekt altijd een arm of een been uit.
- Gevaart is dood en Lenaart is een been af.
- Beter een kwaad been als geen.
- Dat gaat door merg en been.
- Dat is een pleister op een houten been.
- Met het verkeerde been uit bed stappen.
- Hij is vel over been.
- Zijn beste beentje voorzetten.
- Op oud ijs vriest het licht.