Een boer steekt altijd een arm of een been uit.
Je zult altijd kunnen zien dat iemand een boer is.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een arm om iemands schouder.
- Arm in de stal Is arm overal.
- Hij houdt de bocht bij de arm.
- Bont om de arm dun in de darm.
- Hij loopt met zijn doodskist onder de arm.
- Edel arm en rijk maakt de dood gelijk.
- Beter arm met ere dan rijk met schande.
- Hij nam zijn gat in de arm.
- Een rentenier is een arm dier.
- Rijk in de wieg arm in het graf.
- Hij houdt een slag om de arm.
- Iemand beentje lichten.
- Hij is een blok aan het been.
- Dat is een blok aan zijn been.
- Gevaart is dood en Lenaart is een been af.
- Beter een kwaad been als geen.
- Dat gaat door merg en been.
- Dat is een pleister op een houten been.
- Met het verkeerde been uit bed stappen.
- Steen en been klagen.
- Hij is vel over been.
- Zijn beste beentje voorzetten.
- Het vriest steen en been.
- Van die boer wil hij geen varkens.
- Hij lacht als een boer die kiespijn heeft.
- Zo leert men de boer de kunst af.
- Wat een boer niet kent dat vreet hij niet.
- Een boer waagt wel een kers.
- De boer opgaan.
- De boer op de edelman zetten.
- de boer in de kelder.
- Wat weet een boer van saffraan.
- De boer moet weten wat de boter kost.
- Op de boer wonen.
- De man een vogel de boer een gans.
- Elk zijn meug zei de boer en hij at vijgen.
- Als de vos de passie preekt boer pas op je kippen.